maandag 18 oktober 2010

Hoe compliceer ik een interview?: casusstudie Filmfestival Gent

In zijn hoedanigheid van complicateur heeft ondergetekende dit weekend als tolk op het Gentse Filmfestival gewerkt. De voorbije twee dagen kreeg Gent immers bezoek van dhr. Aleksej Fedorchenko, een sympathieke Rus uit het sympathieke Jekatarinburg, die in al zijn sympathiciteit vergeten is gelijk welke taal buiten Russisch te leren. Ons hoort u niet klagen, de champagnebar van het Filmfestival is op deze manier een stuk gemakkelijker te bereiken.

Het toeval wil nu dat dhr. Fedorchenko een genie is. In zijn film Silent Souls vertelt hij het ontroerende verhaal over twee mannen die met het lijk van een geliefde door Centraal-Rusland reizen om haar in een rivier te kunnen verstrooien. Op hun reis hebben ze een kooi met twee geelgorsen (mussen met een pretentieuze naam) mee, die als stille getuigen de reis gadeslaan.

Waarvoor de verzamelde Vlaamse pers alleszins géén complicateur nodig had, was hun vraagstelling. Een lukraak voorbeeld:

“In zijn film gebruikt meneer Fedorchenko de twee vogels als dubbele metafoor. Aan de ene kant kijken ze van binnen naar buiten, naar de buitenwereld, en hebben ze op die manier een soort van bevoorrechte positie op het gebeuren, waarin ze zonder te spreken stille getuigen zijn, maar dan de andere kant respresenteren ze ook de ziel van de twee mannen, is er dus die introspectieve blik tijdens de rituele reis, het kijken naar zichzelf in de balans tussen dood en leven. Vindt meneer Fedorchenko dat ook?”

Waarde heren journalisten

Ik ben welgeteld drie weken gevorderd in mijn Masteropleiding Journalistiek. Ik ben een broekje, een newbie, een groentje, u wil niet weten hoe het kleurenpalet achter mijn oren exact ineensteekt. Maar als ik een ding nooit heb moeten leren over interviews: stel vragen. Bovenstaande woordpap is geen vraag. Het is een antwoord op wat eventueel wel een vraag had kunnen zijn. Maar het is geen vraag. Mensen van de geschreven pers hebben blijkbaar écht te veel tijd.

Dhr. Fedorchenko lijkt het met mij eens te zijn. Aanvankelijk probeert hij in zijn beminnelijkheid het antwoord dat hem gegeven wordt enigszins te parafraseren. Algauw zijn goede wil echter varen en besluit hij zulke antwoordvragen met ‘Da’ of ‘Njet’ te beantwoorden. Dit tot groot jolijt van zijn tolk, die hierdoor zijn taak direct behoorlijk overbodig weet. De journalisten in kwestie kijken mij wat geïrriteerd aan, omdat een ja-nee-antwoord in cultuurinterviews nogal nutteloos is. Alsof ik er wat aan kan doen. Gemeenplaatsen als “Jaja, die Russen toch” of “Aleksej is een beetje speciaal” worden dan algauw in het rond gestrooid, en omdat je die journalisten ook alleen maar wil helpen, stem je dan maar in.

Een uitzondering: dhr. Coen van Zwol van het NRC Handelsblad. De man heeft een voorsprong, want spreekt zelf behoorlijk Russisch, heeft een tijd in Moskou gewoond en is van alle persmuskieten op het festival degene die Fedorchenko’s oeuvre het beste kent. De regisseur geniet zichtbaar van het interview, zelfs in die mate dat hij na het gesprek van Zwol bedankt voor de vragen. Waarom? Omdat de man gewoon vragen stelt. Geen brede uitleg, geen interpretatie. Vragen die beginnen met wat, wie, hoe of waarom.

Interviewers te lande, hoe esthetisch ook uw inborst: stel alstublieft gewoon vragen. Russisch is al gecompliceerd genoeg.

1 opmerking:

  1. Fameuze opleiding als je dat soort proza uit de klak kunt vertalen, hoor :) Ik geef je trouwens overschot van gelijk; dat soort vragen dient enkel maar om de eruditie van de vraagsteller in de verf te zetten.

    BeantwoordenVerwijderen