donderdag 28 oktober 2010

Oecunomisch Denken volgens Monseigneur Léonard

Waarom heeft de complicateur de Kerk nog niet behandeld? Als er een instituut is dat zeveren tot de basis van hun communicatiestrategie heeft verheven, is het de Katholieke Kerk wel. Het sluitstuk van deze eeuwenlange traditie van meta-gezever culmineert vandaag de dag in monseigneur Léonard, spiritueel herder en  communicatief sluitstuk van de organisatie in ons land.

In tegenstelling tot wat veelal aangenomen wordt, is de heer Léonard weldegelijk een enthousiast communicator. Als er in deze stiel een prijs voor de strijdlust zou bestaan, de man zou werkelijk geen concurrentie hebben. Waar de media vroeger nog moesten stoken om op de Heilige Stoel te kunnen schieten, levert de man hen vandaag gewoon direct de munitie. Kanonballen van negentiende-eeuwse grootte inbegrepen.

Over de kern van de zaak kunnen we kort zijn: Monseigneur-CEO Leonard voert een epische strijd om de kerken in hun volledige leegloop te steunen. Waarvoor grote hulde. In economisch barre tijden als deze is er immers maar een manier om het businessmodel rendabel te houden: outsourcen. En daarmee is de Kerk al een tijdje bezig. Oudere gelovigen sterven en worden niet meer vervangen. Mensen met kinderen onder de veertien blijven al een tijdje weg. Sinds een week zet ook de niet-homofobe kerkganger geen voet meer binnen. Na vandaag haken vermoedelijk zelfs de meest doorwinterde misdienaars af. Dat alles maakt eigenlijk gewoon deel uit van een puur rationeel herstructureringsplan. De Kerk is in onze contreien het slachtoffer van de vergrijzing. Het is immers alom geweten dat priesters gemotiveerder werken in een omgeving met veel jongeren, zoals die in de meeste ontwikkelingslanden voorhanden is.

Wat doet zijn voormalige woordvoerder trouwens in Terzake? Als Anderlecht uitgeschakeld wordt door een derdeklasser, komt Frankie Vercauteren het toch ook niet uitleggen?  

Woordvoerderschap in de Kerk is blijkbaar als gedoopt zijn. Daar geraakt u ook nooit meer van af.

zondag 24 oktober 2010

De eenzaamheid van de positieve getallen

De getallen zijn er! Eindelijk! Na vier maanden koffiedik kijken en in het luchtledige speculeren, wordt er effenaf objectief verduidelijkt. Met cijfers! Dat dit pas ná de welbekende verduidelijkingsopdracht gebeurt, hoeft de pret uiteraard niet te bederven. Nu er cijfers aan te pas beginnen komen, gaan we weldra allemaal kunnen zien. Dat de N-VA helemaal geen separatisten zijn, maar verantwoordelijke staatsmannen die ons allemaal (Vlamingen, Walen én Brusselaars) gruwelijk efficiënt geregeerd gaan doen worden. Dat de PS wél staat te springen om het land te hervormen en de deelstaten te responsabiliseren. Als dat allemaal gebeurt – en dat lijdt uiteraard geen twijfel – heb ik eindelijk de kans om mijn complicateurschap op te zeggen en van een welverdiend brugpensioen te gaan genieten.

Het kan werkelijk niet fout gaan met die getallen. Hoewel cijfers voor mijn wiskunde-impermeabel brein in mijn jeugd een ware foltering waren, voel ik nog steeds een warme gloed wanneer ik mijn rekenmachientje een vierkantswortel laat trekken. Dat heeft misschien meer te maken met de ouderdom van het kleinood dan met een eventuele verknochtheid aan wiskunde, maar toch. Sinds mijn secundair heb ik geen som meer aangeraakt. "Grieks-Latijn: onder de nutteloze richtingen toch nog net iets nuttelozer dan alle anderen," zeiden ze mij toen. Een belachelijke uitspraak, als u er nu over nadenkt. Bart De Wever heeft de voorbije maanden aangetoond dat u in Belgische politiek vandaag meer ben met Latijn dan met wiskunde.
 
Maar de cijfers komen er dus aan, en dat is maar goed ook. Als u het mij vraagt, gaan ze vanaf nu plankgas geven in de onderhandelingen. Frank Vandenbroucke zet zich eraan, dat komt sowieso goed. Rekende er in het verleden wel eens vier miljoen Belgische Frank naast, maar dat waren andere tijden. En Jan Jambon (N-VA) heeft beloofd het te gaan narekenen. Waarom rekenwonder Philippe Muyters voor deze eervolle opdracht niet in aanmerking komt, is ondergetekende vooralsnog een raadsel.

Het leuke aan cijfermateriaal is natuurlijk dat het de zaken compliceert, terwijl het juist duidelijkheid moet scheppen. Want blijkbaar zijn getallen toch geen exacte wetenschap, of toch niet in België. Zo is er blijkbaar niemand in staat te berekenen wat een eventuele herverdeling in de financieringswet de deelstaten eigenlijk gaat kosten. Of beter gezegd: iedereen kan het, maar blijkbaar komt iedereen iets anders uit. Toen ik nog aan de schoolbanken gekluisterd zat, betekende dat doorgaans dat de klas collectief gebuisd was. In de vrolijke kleutertuin der politici blijven de gebuisden echter even hard kraaien en onbekommerd wachten op de volgende speeltijd. Ook wiskunde is vandaag een partijpolitiek instrument. De  huidige berekeningen hebben namelijk niet de minste pretentie om iets objectief te bewijzen. De waarde van bewijsmateriaal is de laatste tijd overigens fel gedevalueerd in de Vlaamse polders.

De berekeningen van N-VA en PS liggen vooralsnog een beetje uiteen. Misschien zelfs een beetje veel uiteen om direct tot een akkoord te komen. De reden hiervoor is een begrotingstechniek die zo schimmig is dat hij enkel in België kan ontstaan zijn. Zeer kort en veralgemenend gesteld hebben N-VA en PS een licht conflicterende visie op de toekomstige werkgelegenheid. Volgens N-VA staan we voor de Gouden Poort van Eden. De regio’s van België zullen in hun nieuwe, staatshervormde efficiëntie een explosie aan werkgelegenheid kennen (vooral in Wallonië, waar werkloosheid in sommige streken corebusiness is). De belasting op deze nieuwe lonen zal het prospectieve budgettaire gat dekken, en Wallonië zal hierdoor niet (of amper) verpauperen. Volgens de PS staan we eerder voor de Gouden Poort van Mordor (zonder hobbits). In hun scenario wordt Wallonië met de klap meer dan een half miljard armer, waardoor gans België zonder uitzondering aan het creperen zal slaan.

Zowel de PS als de N-VA doen hier aan kerktoreneconomisch denken. De werkgelegenheid in een dwergstaat als België wordt grotendeels door externe factoren bepaalt. Accuraat valt er dus bitter weinig te voorspellen over provisoire lonen. Dat het financiële systeem in de komende jaren niet opnieuw tot meltdown zal overgaan, wil ik nog wel aannemen. Over alle andere scenario’s kunnen we het allemaal eens zijn: het kan eigenlijk ongeveer allemaal, maar we hebben geen enkele manier om het volledig op voorhand te voorspellen.

Heren politici, laat het rekenen aan het Rekenhof over. Of richt een commissie op in de Raad van State. Maar roep jullie eigen berekeningen toch niet uit tot evangelie. We hebben een Messias nodig om uit deze impasse te geraken. Profeten hebben we al meer dan genoeg.

woensdag 20 oktober 2010

Clarificateur Vermassen

Vandaag zendt onze maatschappij de boodschap van het moreel failliet uit. In 2010 is een motief en een slechte naam blijkbaar genoeg om iemand te veroordelen. Op 20 oktober 2010 is de rechtspraak in ons land fundamenteel veranderd. Justitie was sowieso al geen paradepaard, maar het stonk vooralsnog niet zó uitdrukkelijk uit de bek.

Ik hoop maar dat Zij het gedaan heeft. Ik heb geen enkele mogelijkheid om er ooit achter te komen, en eigenlijk zijn het ook mijn zaken niet. Maar na alles wat er de voorbije vier jaar en drie weken gebeurd is omtrent Haar persoon, kan ik eigenlijk alleen maar hopen dat Zij het gedaan heeft.

Stel uzelf even voor: uw naam is Els Clottemans. Uw sociale leven is kapot. U hebt van ongeveer alle collega’s, met wie u vroeger toch vriendschappelijk omging, moeten horen dat u een onuitstaanbare, labiele, omhooggevallen aandachtshoer bent. U bent hysterisch, opdringerig, luidruchtig en logischerwijze psychopathisch aangelegd. Daarbij bent u blijkbaar nog te lomp om behoorlijk aan valschermspringen te doen: technisch een ramp, onhandig, slap (wel in staat om een parachute te saboteren). O, en u bent mollig (dat wil zeggen: dik) dus u hebt ongetwijfeld ook een laag zelfbeeld. Dat alles valt enkel te overcompenseren met een moord. BETRAPT!

Eigenlijk kan ik dan enkel hopen dat Zij de moordenaar is.

Strafpleiter Jef Vermassen trad de voorbije weken blijkbaar op als Gerechtelijk Verduidelijker. Dankzij ’s mans onbaatzuchtige, belangenloze inzet is het publiek nu ingelicht dat hard bewijs er vandaag de dag eigenlijk niet meer toe doet. Dat materieel bewijsmateriaal een romantisch fantasietje is, dat zelfs in 1900 al passé was. Dat ‘profiling’ de toekomst is. Dat een mogelijke dader in 2010 slechts een motief en een persoonlijkheid nodig heeft om schuldig verklaard te worden.

Ik wil zelf graag geloven dat de psychologie mij volledig kan doorgronden. Ik heb talloze waanbeelden, bizarre gedachtenkronkels en onverklaarbare natte dromen. Ik heb een maniakale fascinatie voor oorsmeer en rododendrons. Uiteraard wil ik – krachtens mijn Oedipuscomplex – stiekem mijn vader vermoorden. De psychologie kan mij doorgronden, in die mate dat ze ongetwijfeld perfect al deze gedachten, kronkels en angsten in kaart kan brengen. Als ik dus ooit een rododendrons met oorsmeer zie, word ik in mijn hoofd ongetwijfeld helemaal gek. Maar daarom steek ik hem nog niet in brand.

Ik beschik namelijk, zoals naar ik vermoed nog meerderen, over iets wat ik met een lelijke term ‘vrije wil’ zou noemen. Ik heb honger, ik staar naar de brownie, maar ik eet hem niet op, want ik ben op dieet. Ik heb dorst, ik heb een pintje voor mij staan, maar ik drink niet, want ik ben al dronken. Ik ben vrijgezel, ik heb, euh, aantrek en sta, euh, niet weigerachtig, maar ik slaap alleen omdat de aangetrokkene al een lief heeft (of omdat ik te dronken ben). Vrije wil, die praktisch of moreel gemotiveerd is, maar weldegelijk vrij. Ik ben fysiek en mentaal perfect in staat de brownie te eten, het pintje te drinken, de liefde te, euh, consumeren, maar ik doe het niet, want ik ben geen robot.

De mogelijkheid dat iemand een vrije wil zou hebben om zijn dierlijke, seksueel moorddadige lusten te onderdrukken, is voor dhr. Vermassen klaarblijkelijk een aberratie, een onnozelheid uit de vorige eeuw. Daar vult u vandaag de dag zelfs geen stationsromannetjes mee. Want de Moderne, Rationele 21eeeuwer WEET toch dat er in ELKE driehoeksrelatie ALTIJD iemand zich altijd uitgesloten voelt. Hij WEET toch dat Clottemans volgens haar psychologische profiel had kunnen moorden. Is Hij helemaal zot geworden te denken dat iemand, die de mogelijkheid had een rivale te vermoorden, dat zou nalaten?

Jef Vermassen heeft het voordeel van de redelijke twijfel, dat heilige artefact waarmee hij in het verleden zo vaak verdachten heeft vrijgesproken, vandaag eigenhandig de nek omgewrongen. In tegenstelling tot die andere Verduidelijker, slaagt Vermassen erin om al zijn argumenten klakkeloos nagekauwd gerealiseerd te zien.

Misschien een idee voor een cursus mediatraining. Er zijn aan beide kanten van de laalgrens genoeg partijen die al interesse hebben getoond.

maandag 18 oktober 2010

Hoe compliceer ik een interview?: casusstudie Filmfestival Gent

In zijn hoedanigheid van complicateur heeft ondergetekende dit weekend als tolk op het Gentse Filmfestival gewerkt. De voorbije twee dagen kreeg Gent immers bezoek van dhr. Aleksej Fedorchenko, een sympathieke Rus uit het sympathieke Jekatarinburg, die in al zijn sympathiciteit vergeten is gelijk welke taal buiten Russisch te leren. Ons hoort u niet klagen, de champagnebar van het Filmfestival is op deze manier een stuk gemakkelijker te bereiken.

Het toeval wil nu dat dhr. Fedorchenko een genie is. In zijn film Silent Souls vertelt hij het ontroerende verhaal over twee mannen die met het lijk van een geliefde door Centraal-Rusland reizen om haar in een rivier te kunnen verstrooien. Op hun reis hebben ze een kooi met twee geelgorsen (mussen met een pretentieuze naam) mee, die als stille getuigen de reis gadeslaan.

Waarvoor de verzamelde Vlaamse pers alleszins géén complicateur nodig had, was hun vraagstelling. Een lukraak voorbeeld:

“In zijn film gebruikt meneer Fedorchenko de twee vogels als dubbele metafoor. Aan de ene kant kijken ze van binnen naar buiten, naar de buitenwereld, en hebben ze op die manier een soort van bevoorrechte positie op het gebeuren, waarin ze zonder te spreken stille getuigen zijn, maar dan de andere kant respresenteren ze ook de ziel van de twee mannen, is er dus die introspectieve blik tijdens de rituele reis, het kijken naar zichzelf in de balans tussen dood en leven. Vindt meneer Fedorchenko dat ook?”

Waarde heren journalisten

Ik ben welgeteld drie weken gevorderd in mijn Masteropleiding Journalistiek. Ik ben een broekje, een newbie, een groentje, u wil niet weten hoe het kleurenpalet achter mijn oren exact ineensteekt. Maar als ik een ding nooit heb moeten leren over interviews: stel vragen. Bovenstaande woordpap is geen vraag. Het is een antwoord op wat eventueel wel een vraag had kunnen zijn. Maar het is geen vraag. Mensen van de geschreven pers hebben blijkbaar écht te veel tijd.

Dhr. Fedorchenko lijkt het met mij eens te zijn. Aanvankelijk probeert hij in zijn beminnelijkheid het antwoord dat hem gegeven wordt enigszins te parafraseren. Algauw zijn goede wil echter varen en besluit hij zulke antwoordvragen met ‘Da’ of ‘Njet’ te beantwoorden. Dit tot groot jolijt van zijn tolk, die hierdoor zijn taak direct behoorlijk overbodig weet. De journalisten in kwestie kijken mij wat geïrriteerd aan, omdat een ja-nee-antwoord in cultuurinterviews nogal nutteloos is. Alsof ik er wat aan kan doen. Gemeenplaatsen als “Jaja, die Russen toch” of “Aleksej is een beetje speciaal” worden dan algauw in het rond gestrooid, en omdat je die journalisten ook alleen maar wil helpen, stem je dan maar in.

Een uitzondering: dhr. Coen van Zwol van het NRC Handelsblad. De man heeft een voorsprong, want spreekt zelf behoorlijk Russisch, heeft een tijd in Moskou gewoond en is van alle persmuskieten op het festival degene die Fedorchenko’s oeuvre het beste kent. De regisseur geniet zichtbaar van het interview, zelfs in die mate dat hij na het gesprek van Zwol bedankt voor de vragen. Waarom? Omdat de man gewoon vragen stelt. Geen brede uitleg, geen interpretatie. Vragen die beginnen met wat, wie, hoe of waarom.

Interviewers te lande, hoe esthetisch ook uw inborst: stel alstublieft gewoon vragen. Russisch is al gecompliceerd genoeg.

zaterdag 16 oktober 2010

deredactie.be verduidelijkt


Gelieve de volgende berichten even te bekijken. Ze zijn beide afkomstig van Deredactie.be.

“In Sijsele worden de bewoners van de Loskaaistraat geplaagd door een gril van de natuur. De 24 bomen die er door het stadsbestuur werden aangeplant, dragen normaal gezien nooit vruchten. Maar sinds kort vallen de peren met kilo's uit de bomen. Het stadsbestuur onderzoekt nu hoe dat kan. Indien nodig zullen alle bomen vervangen worden.”

“In Aarschot is gisteren ingebroken in de kantine van voetbalclub FC Kapelleke Langdorp. De daders gingen lopen met een flatscreen televisie en verschillende tombolaprijzen. Ze stalen ook 30 zakken chips en 20 dozen oploschocolademelk.”

Defecte perenbomen? Oploschocolademelkdiefstal? Tombolaprijzen? Het Belgische politieke bestel is duidelijk niet de enige sector die naar verduidelijking zoekt. 

Je moet het onze staatsomroep wel nageven: ze spelen weldegelijk proactief in op hun kijkerspubliek. Want de communicatie an sich is hier extreem duidelijk, de reden waarom er gecommuniceerd wordt vooralsnog niet. 

Ik heb medelijden met FC Kapelleke Langdorp. De dief in kwestie heeft hen niet alleen anderhalve pensenkermis lichter gemaakt. Hij blijkt ook nog eens bijzonder onprofessioneel te zijn, en heeft duidelijk véél te veel vrije tijd, iets wat hij blijkbaar gemeen heeft met de gemiddelde redacteur van deredactie.be.

Met dergelijke verslaggeving heeft België binnenkort zelfs geen Verduidelijker meer nodig.

Maandag gaat Hij het ons allemaal eens uitleggen. Ik kijk er al uit. Die zakken chips zien we alleszins niet meer terug.

vrijdag 15 oktober 2010

Aanstelling Complicateur des Konings

Geacht leespubliek,

Zoals elke blog heeft ook deze blog een brandstof nodig. Preferabele brandstoffen om een blog mee te voeden zijn, in volgorde van irrelevantie: (1) ergernis, (2) raciale onlusten, (3) religieus fundamentalisme. Brandstoffen (2) en (3) zijn op ondergetekende – ontdoopt wereldburger als hij is – niet van toepassing. Mij rest dus enkel het met zwerfstenen bezaaide pad van de ergernis.

Nu is ergernis over het algemeen een teken van zwakte, doorgaans voorbehouden aan subculturen als treinpendelaars, bruggepensioneerden  of Anderlechtsupporters. Het is een onvermogen om met de complexiteit van de realiteit om te gaan, het verraadt onmacht en groeit al te vaak uit tot algemene maatschappelijke verzuring. Nette mensen ergeren zich dus niet, en als ze dat in een moment van zwakte al zouden doen, hebben ze nog steeds het fatsoen zulk verwerpelijk gedrag niet expliciet uit te dragen. Kortom, het lijkt verwerpelijk dat een wannabe gentleman zoals ik zijn ergernis op het wereldwijde web te grabbel zou durven gooien.

Vergeet echter nooit, beste lezer, dat ik in België woon, een land waar ergernis een intellectuele plicht is. Een land waar nieuwsverkleutering en overmediatisering hand in hand gaan. De huidige politieke en maatschappelijke dynamiek van België moet nu eenmaal voor elke gematigd intelligente blogger een aanzienlijke bron van ergernis zijn. Part of the job, kan u denken, politici worden nu eenmaal verkozen om – pardonnez le mot – te bullshitten, en u hebt ongetwijfeld gelijk. Toch hoop ik dat mijn ergernis een gerechtvaardigde delvingsbron is. Ergernis over politiek en maatschappij is in mijn land immers een onuitputtelijke vorm van hernieuwbare energie. Want op de keper beschouwd zeveren politici en gezagsdragers in België nog nét iets meer dan die in de omliggende landen. En als er iets is waar ondergetekende hondsdol van wordt, is het wel de zever in pakskes die ons elke dag ongefilterd via de media tegemoet snelt.

Nu zelfs de politieke wereld een “koninklijk clarificateur” lijkt nodig te hebben om nog door te hebben waarover ze het de voorbije drie maanden gehad hebben, is de maat meer dan vol. Daarom heb ik – hopelijk met uw goedvinden – mezelf net uitgeroepen tot Complicateur. In deze hoedanigheid ben ik dan ook vastberaden de strijd aan te binden met de overdaad aan al te ergerlijke gezwets.

U weze gewaarschuwd.

Tot genoegen,
J.Z.
Complicateur des Konings