Vandaag zendt onze maatschappij de boodschap van het moreel failliet uit. In 2010 is een motief en een slechte naam blijkbaar genoeg om iemand te veroordelen. Op 20 oktober 2010 is de rechtspraak in ons land fundamenteel veranderd. Justitie was sowieso al geen paradepaard, maar het stonk vooralsnog niet zó uitdrukkelijk uit de bek.
Ik hoop maar dat Zij het gedaan heeft. Ik heb geen enkele mogelijkheid om er ooit achter te komen, en eigenlijk zijn het ook mijn zaken niet. Maar na alles wat er de voorbije vier jaar en drie weken gebeurd is omtrent Haar persoon, kan ik eigenlijk alleen maar hopen dat Zij het gedaan heeft.
Stel uzelf even voor: uw naam is Els Clottemans. Uw sociale leven is kapot. U hebt van ongeveer alle collega’s, met wie u vroeger toch vriendschappelijk omging, moeten horen dat u een onuitstaanbare, labiele, omhooggevallen aandachtshoer bent. U bent hysterisch, opdringerig, luidruchtig en logischerwijze psychopathisch aangelegd. Daarbij bent u blijkbaar nog te lomp om behoorlijk aan valschermspringen te doen: technisch een ramp, onhandig, slap (wel in staat om een parachute te saboteren). O, en u bent mollig (dat wil zeggen: dik) dus u hebt ongetwijfeld ook een laag zelfbeeld. Dat alles valt enkel te overcompenseren met een moord. BETRAPT!
Eigenlijk kan ik dan enkel hopen dat Zij de moordenaar is.
Strafpleiter Jef Vermassen trad de voorbije weken blijkbaar op als Gerechtelijk Verduidelijker. Dankzij ’s mans onbaatzuchtige, belangenloze inzet is het publiek nu ingelicht dat hard bewijs er vandaag de dag eigenlijk niet meer toe doet. Dat materieel bewijsmateriaal een romantisch fantasietje is, dat zelfs in 1900 al passé was. Dat ‘profiling’ de toekomst is. Dat een mogelijke dader in 2010 slechts een motief en een persoonlijkheid nodig heeft om schuldig verklaard te worden.
Ik wil zelf graag geloven dat de psychologie mij volledig kan doorgronden. Ik heb talloze waanbeelden, bizarre gedachtenkronkels en onverklaarbare natte dromen. Ik heb een maniakale fascinatie voor oorsmeer en rododendrons. Uiteraard wil ik – krachtens mijn Oedipuscomplex – stiekem mijn vader vermoorden. De psychologie kan mij doorgronden, in die mate dat ze ongetwijfeld perfect al deze gedachten, kronkels en angsten in kaart kan brengen. Als ik dus ooit een rododendrons met oorsmeer zie, word ik in mijn hoofd ongetwijfeld helemaal gek. Maar daarom steek ik hem nog niet in brand.
Ik beschik namelijk, zoals naar ik vermoed nog meerderen, over iets wat ik met een lelijke term ‘vrije wil’ zou noemen. Ik heb honger, ik staar naar de brownie, maar ik eet hem niet op, want ik ben op dieet. Ik heb dorst, ik heb een pintje voor mij staan, maar ik drink niet, want ik ben al dronken. Ik ben vrijgezel, ik heb, euh, aantrek en sta, euh, niet weigerachtig, maar ik slaap alleen omdat de aangetrokkene al een lief heeft (of omdat ik te dronken ben). Vrije wil, die praktisch of moreel gemotiveerd is, maar weldegelijk vrij. Ik ben fysiek en mentaal perfect in staat de brownie te eten, het pintje te drinken, de liefde te, euh, consumeren, maar ik doe het niet, want ik ben geen robot.
De mogelijkheid dat iemand een vrije wil zou hebben om zijn dierlijke, seksueel moorddadige lusten te onderdrukken, is voor dhr. Vermassen klaarblijkelijk een aberratie, een onnozelheid uit de vorige eeuw. Daar vult u vandaag de dag zelfs geen stationsromannetjes mee. Want de Moderne, Rationele 21eeeuwer WEET toch dat er in ELKE driehoeksrelatie ALTIJD iemand zich altijd uitgesloten voelt. Hij WEET toch dat Clottemans volgens haar psychologische profiel had kunnen moorden. Is Hij helemaal zot geworden te denken dat iemand, die de mogelijkheid had een rivale te vermoorden, dat zou nalaten?
Jef Vermassen heeft het voordeel van de redelijke twijfel, dat heilige artefact waarmee hij in het verleden zo vaak verdachten heeft vrijgesproken, vandaag eigenhandig de nek omgewrongen. In tegenstelling tot die andere Verduidelijker, slaagt Vermassen erin om al zijn argumenten klakkeloos nagekauwd gerealiseerd te zien.
Misschien een idee voor een cursus mediatraining. Er zijn aan beide kanten van de laalgrens genoeg partijen die al interesse hebben getoond.