Als er al 230 dagen een lijk in uw straat ligt, kan u er gif op innemen dat het er fameus aan het stinken is, en dat u wel al eens de politie zal hebben gebeld. Als het lijk al 230 dagen door de Wetstraat rondwandelt, ontkent de politieke wereld enige vorm van geurhinder.
Laten we veronderstellen dat de politie het momenteel te druk heeft om nóg een verdacht overlijden te onderzoeken. Als we de jongens en meisjes van de N-VA mogen geloven, kan je een lijk niet reanimeren. Dat kan wel eens kloppen. Vesalius heeft het 400 jaar geleden al eens geprobeerd. La Esterella lijkt de laatste dertig jaar het tegendeel te bewijzen. En toch is het onmogelijk. Dus kan een mens zich afvragen wat de politieke wereld in België de voorbije zeven maand heeft willen bereiken.
Nu hoeft u in een land als het onze - waar de gezondheidszorg vooralsnog niet gesplitst is - in eerste instantie geen zorgen te maken als u ziek valt en de dokters niet direct weten wat er aan de hand is. Even zoeken, een beetje scannen, een beetje koteren in lukrake lichaamsopeningen, desnoods een niet te versmaden rectaal onderzoek, en op het einde van de rit krijgt u toch weer antibiotica voorgeschreven. Geen reden tot paniek.
Als u er daarentegen niet direct ziek uitziet, maar uit verveling toch naar enkele dokters zou gaan, en dan van al die verschillende dokters de meest uiteenlopende diagnoses te horen krijgt, moet u waarschijnlijk toch ook even gaan zitten. Hetzelfde is de voorbije maanden met de Belgische staat gebeurd: we zijn voor reuma naar de dokters gegaan, maar we zijn door sommige van de behandelende artsen al klinisch dood verklaard.
Politici zijn geen dokters maar chirurgijnen: doorgaans niet echt specifiek opgeleid voor het werk dat ze doen, maar de derde kappersbeurt is gratis. Vandaar is het ook niet verrassend dat de zeven populairste chirurgijnen, door het volk aangeduid om het land te genezen, elk een aparte diagnose stellen. Het wordt pas problematisch wanneer de twee populairste chirurgijnen van het lot fundamenteel het tegenovergestelde willen.
De PS, waar politieke dinosaurussen het eeuwige leven gevonden lijken te hebben, heeft vooralsnog geen lijk gezien dat niet te reanimeren valt. België is volgens hen dan ook springlevend. Hoogstens een snotvalling, eventueel in ongelukkige combinatie met acute broekhoest. Als ervaren chirurgijnen vertrouwen ze bij de PS doorgaans op aderlatingen en bloedzuigers. Indien gewenst kan er wel een appendixje hier of een schildkliertje daar weggesneden worden, maar het moet niet te gek worden.
De N-VA daarentegen vertegenwoordigt duidelijk de experimentele kant van de chirurgijnenschool. De patiënt is volgens hen dan ook doodziek, terminaal en volgens sommigen zelfs allang overleden. Voor minder dan openhartchirurgie doen ze het niet bij de geel-zwarten. En als dat niet lukt, dan graag toch een paar kleine ingrepen. Eigenlijk bijna gelijk wat. Als er maar iets open te snijden valt.
Als de diagnoses zodanig uiteenlopen, is het maar logisch dat de behandeling op zich laat wachten, en al eens finaal vastloopt. Vandaar de huidige impasse: de PS wil bij monde van voorzitter Elio Di Rupo alle chirurgijnen van het land bijeenroepen. De N-VA wil verder zoeken, de liberalen erbij en de groenen eruit (Groene partijen zijn homeopathisch ingesteld, liberalen verdoven met alcohol).
België is nog lang niet overleden, al is het land al een hele tijd serieus aan het etteren. Dat mag wel even, maar misschien moeten we toch eens optreden voor de gangreen (de ziekte, niet Jef Geeraerts) toeslaat. Maar als een wereldwijde economische crisis als een pestepidemie om zich heen grijpt, volstaat het niet om thuis in bed te blijven en ramen en deuren gesloten te houden. Dan komt u er met een geamputeerd been doorgaans nog goedkoop van af.