vrijdag 15 juli 2011

Terug naar af: verduidelijking met Titanic-metafoor

Etnie is een begrip waaraan we in België niet meedoen. Etnie, dat is iets voor Albanië of Rwanda, maar in onze contreien hebben we wel betere dingen te doen. Polders ontpolderen, bijvoorbeeld. Maar soms, heel soms, zijn er zo van die dagen waarop het begrip 'etnie' wel een toepassing heeft. Zoals ochtenden waarop de trouwe deredactie.be-lezer de volgende titel voor zijn ogen ziet verschijnen:


De collectieve zucht die de Vlaamse lezer bij het lezen van deze titel leest, DAT is etnie. Het is die zucht die ons onderscheidt van de Zeeuwen, de Picardiërs en vermoedelijk ook de Limburgers. Daar kan geen taalgrens tegenop.

Nu zou de trouwe lezer kunnen menen dat deze blog gefaald heeft. Tien maanden geleden is deze vrijplaats opgericht in tijden van verduidelijking. Omdat het soms al eens gecompliceerder mag zijn. Misschien vooral omdat het kind een naam moest hebben. Tien maanden ab bloge condita wordt er nog steeds vereenvoudigd.

De beginselvastheid van 's lands politieke partijen indachtig - en na 405 dagen is die breedvoerig bewezen - lijkt het belachelijk een standpunt te moeten verduidelijken. Een politicus die van mening verandert, is een zwakkeling, en op dergelijke slapjanussen zitten we niet te wachten. Een succesvol politicus in Vlaanderen zegt exact hetzelfde op maandag als op vrijdag. Wat er ook in het weekend gebeurd moge zijn. Van mening veranderen doen politici enkel in hun privéleven (deze stelling staat genoegzaam bekend als de Wet van Bracke)

Echter, voor degenen die niet meer mee zijn: een kleine verduidelijking. Om deze diepgravende analyse enigszins plebejisch uit te baten, opteert de complicateur voor de Titanic-metafoor.

Doch eerst en vooral het volgende: marktonderzoek wijst uit dat de gemiddelde kijker van de drie uur durende kaskraker Titanic slechts 55 minuten daadwerkelijk heeft bekeken. Dat lijkt weinig, maar is nog steeds 38 minuten en 34 seconden langer dan de gemiddelde inter-Belgische vrijpartij, en ruimschoots 50 minuten meer dan de gemiddelde splitsingstijd van een kiesarrondissement.

Schetsen wij even de situatie. België is dus de Titanic. Zoals de N-VA ons al enkele keren heeft uitgelegd, gaat het niet goed met België. Net als de Titanic heroriënteert België zijn positie al eens in verticale zin. En dus zijn onze politieke partijen al 405 dagen in de weer. CD&V en MR hozen in het ruim, SP.A en PS lonken naar de voorraadkasten en CDH zoekt het kompas richting oosten.

Om de Titanic te redden, hebben we dus een regering nodig. En moeten iedereen dus wat water in de wijn doen. Nu, aan water geen gebrek, maar die wijn laat nog wel te wensen over. En hoe graag iedereen ook een oplossing wil, sommige partijen zitten nu eenmaal iets dichter bij de reddingsboten dan de anderen. Omdat sommige politici hun fluorescerende reddingsvestjes nu eenmaal sneller om hebben dan anderen.

Om de boot recht te houden, moet er dus bespaard worden. Vooral bezuinigingen in de culturele sector zijn een must. Als ook dit schip zingt, zal het orkest alvast niet meer spelen. Omdat er voorlopig dus geen echte bemanning is, is er een ontslagnemende bemanning. Yves Leterme is Jack Sparrow, maar dan betrekkelijk minder homoseksueel. Paul Magnette is Orlando Bloom zonder vuile snor. Freya Van Den Bossche is Keira Knightley met een permanente kater.

Op dit moment ontspoort de metafoor. En dat is nu net wat er met België aan het gebeuren is. We schipperen tussen (slecht) melodrama en (zwak) kostuumdrama. Terwijl we geen van beide nodig hebben. 

171 jaar geleden snakte België naar een revolutie, het werd een opera.
Vandaag snakt België naar wijn, maar wordt het zeewater.

donderdag 16 juni 2011

J'Adeccuse: brief aan Meester Van Aelst

Jeroen Zuallaert
Complicateur des Konings
Brugsepoortstraat 16a
9000 Gent



Rotterdam, 16 juni 2011







De weldelgestrenge heer Victor Van Aelst
Justitieplein 9 bus 7
9200 Dendermonde
(Vlaanderen)

Betreft: aanklacht Adecco



Hooggeachte weledelgestrenge heer Van Aelst,

Graag had ik namens mijn etnie de uitzendonderneming Adecco Group, nv aangeklaagd wegens smaad. Ik had dienaangaande dan ook graag uw advies en steun ingewonnen.

Werkelijk geen vernedering blijft het Vlaamse volk gespaard. 181 jaren van vernedering en zwepen weven. De onophoudelijke kolonisatie door de Franstaligen. Samenleven met een bevolkingsgroep die ons niets dan overstromingen en slechtere economische gemiddeldes bezorgt. Aanranders der Nederdietsche taal. Kabeljauwfluisteraars zonder kust.

Doch niet getreurd. Dat komt een koene natie als de onze wel te boven.

Laat het echter duidelijk zijn: wij dienen terug te slaan. Daarom had ik graag uw advies ingewonnen aangaande een rechtzaak die ik wil aanspannen. Zoals u ongetwijfeld via enigerlei nieuwstijding zult hebben, hield Adecco er tien jaar geleden een creatieve administratie op na. Zo markeerde het bedrijven die enkel blanke, autochtone Belgen wouden aannemen. Dergelijke bedrijven kregen het lemma 'BBB' opgeplakt.

Dergelijke pesterij hoeft een noest arbeidend volk als het onze niet te nemen. Zoals u ongetwijfeld weet, staat deze afkorting voor Blanc Bleu Belge, een Belgisch runderras. Als blanke en relatief autochtone Belg voel ik mij persoonlijk aangesproken. Ik beschouw mijzelf geenszins als een herkauwer, en vele landgenoten met mij. Des te wraakroepender is dat het runderras waarvan sprake zelf van allochtone afkomst is. Dergelijke vergelijking bemoeilijkt naar mijn aanvoelen dan ook mijn kansen op de arbeidsmarkt.

Overigens, waarom heeft dat koeienras een Franse naam? Waarom geen BlankBlauwBelgisch? Laat de kolonisatie dan nooit af?

Het spreekt voor zich dat ik, zo uw advies dienaangaande positief zou zijn, uw weledelgestrengheid graag zou engageren om deze strijd voor vrouwe Justitia uit te vechten.


In afwachting van een antwoord verblijf ik met de meest hoogachting,






Jeroen Zuallaert
Complicateur des Konings

zondag 29 mei 2011

Komkommertijd met darmbloedingen

Het zijn moeilijke dagen voor de komkommer, in vorm de nobelste en meest ongerepte der groenten. Er is de voorbije dagen immers grote commotie ontstaan rond de favoriete groente van menig huisvrouw. Zo zijn er in Duitsland al tien doden gevallen door besmetting met de EHEC-bacterie. Algehele paniek, gevolgd door een onmiddelijk komkommerverbod. Er is momenteel in gans Duitsland dan ook geen tzatziki meer te vinden. Al waren die tijdens de Griekse crisis sowieso al aangeslagen.

Let op, EHEC is geen lachtertje. De bacterie kan darmbloedingen, hevige diarree, misselijkheid en nierklachten veroorzaken. De gemiddelde portie Sauerkraut Stamppot mit Rauchworst ook, maar dat even terzijde.

In een land waar budgettaire strakheid en begrotingsdiscipline de voorbije jaren tot een Olympische discipline zijn uitgeroepen, zijn maagklachten natuurlijk ondenkbaar. Duitse komkommers gedijen in een land met een economische groei van 3,2 procent, en zijn dus per definitie voedzaam en gezond. Na wat speurwerk bleek echter dat de besmette komkommers uit Nederland kwamen. Mysterie opgelost, en de Duitse trots direct gevrijwaard.

Alleen, met een economische aanwas van 1,5 procent is het natuurlijk ondenkbaar dat Nederland aan besmette komkommers zou doen. Bovendien is er een extra besparingsplan onderweg. En dus werd het bericht algauw gecorrigeerd. Blijkbaar zou het om Spaanse komkommers gaan, die in Nederland zijn gepasseerd. En dan klopt het plaatje. Want wat die begrotingslakse zuiderlingen met een komkommer allemaal durven uitsteken, daar is geen VN-commissie op voorzien. Nog geen 0,2 procent economische groei, ze moeten daar in Spanje niet te veel zaniken.

Deze komkommercrisis is eens te meer het bewijs dat de Schengenzone niet werkt. Jarenlang heeft de Europese Unie een knuffelbeleid gevoerd ten opzichte van komkommers. Zonder enige vorm van controle of screening hebben komkommers al die jaren een nieuwe nationaliteit kunnen aannemen. Hebben geen eens een inburgeringstest moeten afleggen. En dus liggen onze borden nu vol met minderwaardige, kansarme, laagopgeleide komkommers.

Gelijk welk behoorlijk functionerend overkoepelend orgaan had allang ingegrepen. Minimum een zeeblokkade. Gewapende patrouilles. Pogroms desnoods. Invoerquota. Eventueel gedoogbeleid voor gezichtsmaskers. 

Maar neen, de Europese Unie haalt alweer onverschillig de schouders op. Raadt ons aan de groenten goed te wassen. Met de huidige droogte! En zo zijn het weer de hardwerkende, economisch onderbouwde landen die het onhygiënische gelanterfant van het Zuiden mogen betalen. In Tunesië was het grootste plein allang bezet en systematisch kort en klein geslagen, maar daarvoor zijn we hier te laf. 

Het is hier nog lang geen komkommertijd.

dinsdag 17 mei 2011

Rymplerock

Waarde redactie van De Standaard,


Graag had ik u vooreerst willen feliciteren met uw laatste hoogst originele initiatief. Het moet gezegd, de eerste bijdrage uw nieuwste columnist (de Britse essayist Theodore Dalrymple) is een waar schot in de roos. Een uitgesproken mening van een academicus met een in meerdere opzichten omvangrijke fanclub. Een ware toptransfer voor de grootste kwaliteitskrant van Vlaanderen.

Want het dient gezegd, het gaat niet goed met de column in Vlaanderen. Intellectuele zwaargewichten als Margot Vanderstraeten en Hugo Borst die ermee stoppen. Siegfried Bracke die enkel nog onder zijn eigen naam schrijft. Zelfs Hugo "sledge hammer" Camps heeft onlangs live op televisie excuses moeten aanbieden. Een columnist die op zijn mening terugkomt, de ruiters van de Apocalyps hebben zelden oorverdovender gesnoven.

En ik geef het u na, uw nieuwste essayist valt direct met de deur in het heilig huisje. Achtereenvolgens worden verbaal aangerand: het concept rockmuziek, de Belgische rockscene, liefdadigheid, U2, de horeca, boekhandelaars (en bij uitbreiding dus kleine middenstanders), milieubewegingen. Liefhebbers van rockmuziek worden zonder verpinken vergeleken met nazibeulen, sympathisanten van Afrikaanse dictators én Noord-Korea, moffen, misdadigers en vampieren.

Dalrymple is een cultuurpessimist die zijn cultuurpessimisme op een unieke, metaliteraire manier botviert.  Door de onzin van het eigen betoog weerspiegelt hij meesterlijk de atmosfeer van afbrokkelend intellectualisme in onze vermoeide Westerse maatschappij. Met zijn eerste bijdrage bewijst Dalrymple al dat woorden als "essayist" of "academicus" de voorbije jaren serieuze betekenisinflatie hebben ondergaan. Hulde, waarde redactie, voor deze postmoderne benadering.

Alleen - en nu kom ik tot de kern van mijn betoog - voel ik mij persoonlijk gepasseerd. Als De Standaard toch op zoek was naar columnisten die zichzelf om de twee weken oeverloos belachelijk maken, waarom heeft u de complicateur des konings dan niet gecontacteerd?  Niet eens gepolst! Nog geen verontschuldigend mailtje. Ik heb ook een bloedhekel aan rockmuziek en boekhandels! Ik wens mensen op basis van hun muzieksmaak ook venerische aandoeningen aan! 

Waarde redactie, noem uw prijs. In tijden van moreel, economisch en cultureel verderf  wil ook ik mijn bijdrage leveren. Noem uw targets, ik ben bereid om werkelijk om het even wie de grond in te boren. Steuntrekkers eerst. Dergelijke bijdrage hoeft geeneens vast te zijn (als het dat toch is, dan liefst niet op dinsdag, maandag is squash-avond).

In afwachting van een antwoord verblijf ik in de opperste hoogachting,


Jeroen Zuallaert
Complicateur des konings

donderdag 12 mei 2011

Giro della Pazzia

Livorno, tien mei 2011. Een snikkend peloton bolt onder een loden stilte over een witte gekalkte streep. Woorden die doorgaans hol klinken, lijken even plechtstatig, bijna zelfs gemeend. "Dit nooit meer". "Het peloton is solidair". "Beklijvend hommage".

Ergens in de buurt van Orvieto, elf mei 2011. Boven het lieflijke Umbrië hangt een gigantische stofwolk. Een vloekend en fluimend peloton raast over met stoffig steengruis aangestampte wegen. Aan duizelingwekkende snelheden scheuren de renners langs ravijnen via grindwegen waar zelfs een doorgewinterde mountainbiker tweemaal uitkijkt. Voeten uit de pedalen in de bochten, wegslippende achterwielen, platte banden. Valpartijen, doodsmakken, gevolgd door paniekreacties omdat de ambulance door het slechte wegdek hopeloos achterop is geraakt.

De veiligheid is gegarandeerd, weerlegt de organisatie. Extra artsen, extra uitrusting, extra ambulances. Extra uitrusting in de ambulances. Zo kunnen ze in de Giro effenaf bloedtesten uitvoeren onderweg. En maar goed ook, je doet in de aircolucht van het Zuiden al sneller een snotvalling op dan op de kasseien van het Noorden.

Dergelijke 'veiligheidsmaatregelen' zijn een belediging voor iedereen met een weinig gezond verstand, helaas een zeldzaam goed onder wielrijdende medemensen. Extra ambulances inleggen om te voorkomen dat renners hun nek breken, heeft hetzelfde effect als handdoeken uitdelen na de douches in Auschwitz. Het is zinloos, cynisch en bovenal denigrerend.

Na het jammerlijke ongeval van afgelopen maandag had de Giro-leiding eerlijk moeten optreden. Afdalingen met haarspeldbochten over de zogenaamde strade bianche, kilometerslang afdalen over onverharde wegen, wie zit daar nu nog op te wachten? Een directie met een beetje verstand had die sectoren onmiddelijk geneutraliseerd. Of in allerijl het parcours hertekend, in Italië eerder regel dan uitzondering. Maar neen, de Giro-directie kondigde aan dat het rugnummer 108 nooit meer in de Giro verschijnt. Benieuwd hoe dat de veiligheid zal verbeteren.

En de renners peddelen maar verder. Maandag  ligt Weylandt morsdood op het asfalt, woensdag gooit het peloton zich met hernieuwde doodsverachting over de witte grindwegen. Bergwegen waar je gerust over kan fietsen, maar waarover koersen in het heetst van de strijd gewoon onverantwoord is.
Het wielerpeloton is een kudde schapen. Er hoeft maar een roekeloze wolbroek over de dam te springen, of er zijn wel enkele rammen die gek genoeg zijn om te volgen. Onmondige herkauwers. Te weinig nek om uit te steken. Onbekommerd voor rituele en publieke slachting.

Dwangarbeiders van de weg. De blik op oneindig en peddelen. Die willen zelfs geen vakbond.

maandag 2 mei 2011

Het wonder is geschied, het wonder is geschied: Osama is dood, maar er klopt iets niet.

Paus Johannes Paulus II heeft zijn entree niet gemist. De man is nog geen 24 uur zalig verklaard of er heeft zich al een tweede wonder voltrokken. Als hij ooit heilig wordt verklaard, zal zelfs een gladjanus als Aimé Van Hecke voor zijn leven moeten vrezen.

Ons collectieve blinde geloof in onwaarschijnlijkheden wordt de voorbije jaren wel vaker op de proef gesteld, en dan hebben we het niet alleen over de carrière van Siegfried Bracke. Zo is er uiteraard de diepe morele crisis van de katholieke Kerk, waaraan zich geen rechtgeaarde gelovige kan onttrekken. Er is de diepe sportieve crisis van voetbalclub Sporting Charleroi, waaraan zich geen lokale werkloze of alcoholicus kan onttrekken. En er is natuurlijk de intrieste politieke crisis van de Belgische staat, waaraan iedereen zich onttrekt en die slechts het etter der aarde en andere bloggers tot galgenmaal dient.

Crisissen genoeg dus, en zoals we allemaal weten, is er slechts een uitweg uit diepgewortelde vertwijfeling: vereniging in geloof. En mensen geloven vandaag de dag in de meest verscheidene dingen. In de toekomst van het koningshuis (Herman De Croo). In de voordelen van reality tv (Pieter Loridon). In zijn persoonlijke kapper (Geert Wilders). In zichzelf (Silvio Berlusconi). In octopussen (Kris Peeters).

Geloof is echter geen vrij verkrijgbaar gemeengoed. U moet het verdienen. Een geloof kan je niet zomaar liken op Facebook of hashtaggen op Twitter. Op het aannemen van elk geloof volgt een beproeving, en dat geldt voor alle gelovigen. Christus zou zich anders gedurende die veertig dagen woestijn maar wat belachelijk gemaakt hebben.

Nu is de beproeving deze keer wel erg zwaar. We moeten geloven dat Amerikaanse strijdkrachten Osama Bin Laden gedood hebben. Geleverde bewijzen hiervoor zijn: een aankondiging van president Obama, een DNA-test op het vermoedelijke lijk, een idyllisch filmpje van een huis ergens in Pakistan met fluitende vogels op de achtergrond. Niet-geleverde bewijzen: foto's of videomateriaal van de dode, alsof de 25 chargerende Navy Seals allen hun smartphone vergeten waren. Ze hebben de Bijbel indertijd zeer dik moeten maken om dergelijke onwaarschijnlijkheden enigszins aannemelijk te maken.

Het was voor Amerikanen beter toeven toen Osama nog leefde. Het nu eenmaal geruststellender als u weet dat uw grootste vijand een chronische nierpatiënt is die al jaren ongeschoren in Pakistaanse grotten leeft. En waarvan de laatste jaren geen teken van leven meer is vernomen.

Er rest ons niets anders dan geloven. Geloven dat Osama niet allang dood was. Geloven dat hij nog steeds aan het hoofd stond van een ongrijpbaar netwerk vol ongrijpbare verenigingen met ongrijpbare agenten. Geloven dat hij nog überhaupt tot iets anders in staat was dan pijnlijk urineren. Geloven dat men democratische waarden verdedigt door een staatsvijand zonder enige vorm van proces dood te schieten. 85 jaar na Jozef K., als een hond.

vrijdag 29 april 2011

Panda's in Buckingham

Binnen de journalistiek zijn er tal van ambachten waarbij enige stielkennis geen vereiste is om aan schrijven toe te komen. Zie het als een vorm van verdoken werkloosheid. Doorgaans ook verdoken incompetentie.

Neem nu columns. Kennis van zaken is bij het schrijven van een column zelden een stimulans en doorgaans een hinderpaal. In gelijk welke functionerende democratie waren ze allang bij wet afgeschaft en de columnisten zelf op straffe des doods het zwijgen opgelegd. Of naar Wallonië verbannen, zoals Bert Kruismans.

Hoe wraakroepend het bestaan van columnisten en Bert Kruismans ook is, er is binnen de journalistieke familie nog een dorre tak, nog een door corrosieve zoutzuren aangevreten meander van perversiteit, waarbij een columnist wel de onschuld van een misbruikte koorknaap lijkt te hebben: royaltywatchers.

Geen wraakroepender beroepsbezigheid dan royaltywatchen. Dat u als royaltyjournalist betaald wordt om steuntrekkers te volgen, tot daaraan toe. Dat doen politieke journalisten in de Senaat immers ook. Met dat verschil dat senaatjournalisten zich bijwijlen nog inlaten met de realiteit.

Een royaltywatcher is als een bioloog die panda's wil bestuderen maar geen visum krijgt voor China. Pagina's omslaan, geboorteaktes uitpluizen, biografieën schrijven over mensen waarmee u nooit gesproken hebt, maar het studieobject in kwestie hebben ze nog nooit voor zich gezien. Toch niet in staat van copulatie. Op het einde van de dag kan u geen zinnig woord meer zeggen dan de kwijlende peuter die zich gedurende een kwartier naast u stond te vergapen aan de kooi met de bamboeberen. Zelfs literatuurwetenschappers zouden zich hiervoor schamen.

Maar als er een ding is dat Woestijnvis vooralsnog niet bij de VRT wegneemt, dan zijn het de mediawatchers. En dus zijn we er de voorbije weken weer eens gloeiend bij. William gaat trouwen met Kate, en de hele wereld zal het geweten hebben.

William, verzekeren de royaltywatchers ons, is ondanks enkele ongelukkige momenten in zijn leven, een evenwichtige jongeman. Dat zeiden ze vroeger van Ronald Janssen ook, en vermoedelijk met dezelfde kennis van zaken. Nu, Williams mama ging nogal vroeg dood, en misschien maar goed ook, want ze was een beetje een sletje. Een sympathiek sletje, maar desalniettemin een sletje.

Kate is - oreren de royaltyjournalisten - een knappe verschijning die veel aan Diana doet denken. Ze is namelijk ook vrouwelijk en Brits. Andere gelijkenissen met Lady Di: gelijk aantal ogen, oren, borsten, benen, wangen, wenkbrauwen. Ze hebben ook beide een 'a' in hun naam. Een algeheel Windsoriaans complot met vertakkingen naar de Joods-Welsche lobby kan niet ver zijn.

Dat er over de lippen van een royaltywatcher nog geen relevant woord is gerold, hoeft geen schande te zijn. Elke redactie heeft wel een journalist die zich inlaat met curling of krachtbal. Het is hun complete abdicatie van relevantie en realiteit die royaltyjournalisten buiten vervelend ook gewoon gevaarlijk maakt. Een kutkind dat met een Porsche aan 90 door de bebouwde kom scheurt, is geen "buitenbeentje", die rebelleert tegen het protocol, of een "eigengereide dierenvriend". Het is gewoon een kutkind.